1 / 5

Zo begint ons verhaal

Wij zijn Berbel Jaspers en Martine Leus. Twee vriendinnen, moeders met een hectisch bestaan, die de afgelopen twee jaar alles op alles hebben gezet om hun afzonderlijke dromen samen te realiseren. Berbel heeft altijd schrijver willen worden. Martine zo lang als ze zich kan herinneren illustrator.

Berbel: ‘Opa Spullenbaas is een karakter die gebaseerd is op mijn opa, Free Gigengack.

Free (Freek voor intimi) is de directe afstammeling van de kermisfamilie Gigengack. De familie Gigengack exploiteert al meer dan 200 jaar en verspreid door heel Europa kermisattracties. Mijn opa en oma waren belangrijke personen in mijn jeugd.

2 / 5

Een jeugd vol herinneringen

Mijn jeugd zit vol magische herinneringen aan de tijd en liefde die zij in ons hebben geïnvesteerd. Als wij uit school kwamen bij oma, was mijn opa vaak aan de overkant van de straat aan het werk in de hal. Zijn zus, tante Annie, leefde met haar woonwagen vol schitterende hummel- en Swarovski beeldjes op het terrein waar ook de hal op stond. In de hal stond onder andere opa’s draaiorgel. Een schitterend Ruth orgel met engeltjes, koperen pijpen en gouden accenten. Dit orgel is al 100 jaar in de familie. Ik vond het als kind fascinerend om te zien en horen: het onmiskenbare geluid van opa’s orgel.

De hal van mijn opa (ja, daar is De Spullenhal op gebaseerd) stond verder – in mijn jeugdige beleving- vol met intrigerende en mysterieuze zaken. Onderdelen van het spookhuis van mijn oom, botsauto’s, zakken vol botsautomuntjes en ga zo maar door.

3 / 5

Schrijven om te inspireren

Mijn liefde voor hen, de rest van mijn familie en voor de kermis heeft mij geïnspireerd tot het schrijven van dit kinderboek. Die magische beleving van de kermis, dat warme gevoel, dat hopen we hiermee te bewaren en door te geven.

De corona periode heeft uiteindelijk de doorslag gegeven om het boek dat al zolang in mijn hoofd spookte te gaan schrijven. Na de geboorte van mijn zoon ben ik gaan schrijven. Ik had een duidelijk beeld van de sfeer van het boek: je leest je kinderen voor voordat ze gaan slapen. Het is het laatste moment van de dag dat je samen deelt. Het moet vrolijk zijn, liefdevol, gezellig. Het moet inspireren tot mooie dromen. De tekeningen moeten vol kleur zijn. Handgemaakt, niet met de computer.

4 / 5

Een creatieve geest erbij

Vanaf het moment dat ik de eerste letters van dit boek op papier zette heb ik mijn vriendin Martine erbij gehaald. Haar creatieve geest, haar tekentalent, haar support en vriendschap hebben gemaakt dat het boek er is gekomen. Dat we hebben durven dromen en doorzetten tot het klaar was.

Martine had vroeger de droom om kinderboek illustrator te worden. Van kleins af aan heeft ze in alle vriendschapsboekjes opgetekend dat dat is wat ze wou worden.

Hetzelfde geldt voor mij: er staan kratten half vol geschreven schriftjes op onze zolder met allerlei soorten verhalen. Van jongs af aan wilde ik niets liever worden dan schrijver.

5 / 5

Een nieuw hoofdstuk

En nu, nu is het boek er. Hopelijk een samenwerking die nog veel meer boeken in deze reeks zal opleveren: aan ideeën geen gebrek. De tijd zal het leren… Maar voor nu: voor nu hebben we het gedaan, zij en ik.

Voor nu kunnen we voor altijd aan onze kinderen zeggen dat als je iets heel graag wilt, je ervoor moet gaan, de tijd ervoor moet maken en zien te vinden, moet doorzetten en het geprobeerd moet hebben. Aan het einde van ons leven niet hoeven zeggen: “had ik maar”.

Dromen, durven, doen. Voor vriendschap, voor onze kinderen, voor alle kinderen, voor familie en voor de kermis. Alsjeblieft: onze ziel en zaligheid, van ons, voor jou en je kinderen.’