Het Kermisorgel (het verhaal)
Het kermisorgel
Na school gaan Puck en Joep naar de Spullenhal van Opa Spullenbaas.
In die hal bewaart Opa Spullenbaas herinneringen aan zijn verre reizen met de kermis.
Hij heeft met zijn kermisattracties de hele wereld over gereisd.
Er is geen land ter wereld waar hij niet is geweest.
Als Puck en Joep bij de Spullenhal komen zien ze de grote schuifdeur open staan.
‘Wel alle oliebollen!’ roept Opa Spullenbaas ‘kijk eens wie we daar hebben!’
‘Kom maar snel binnen’, zegt hij ‘dan laat ik jullie iets moois zien!’
Puck en Joep rennen naar binnen.
Midden in de grote hal staat een…, nou ja denkt Puck, een… tja wat is het eigenlijk?!
‘Dit is een orgel’ zegt Opa Spullenbaas.
‘Een orgel is een speciaal muziekinstrument.
Het is eigenlijk een grote muziekdoos op wielen, met een mooi geschilderde voorkant.’
Aan de voorkant zien Joep en Puck schitterende engeltjes, gouden lijstjes en metalen buisjes met gaatjes erin.
‘Wow’, zegt Joep ‘dat is mooi opa!’.
‘Kijk maar eens naar binnen, daar gebeurt de echte magie’, zegt Opa Spullenbaas.
Aan de zijkant van de doos op wielen is een trapje.
Joep en Puck lopen het trapje op en kijken naar binnen.
Opa Spullenbaas wijst naar een soort boek dat net zo groot is als Joep.
‘Kijk, in dit boek zitten allemaal gaatjes. Die leg ik dan hier op’.
Voorzichtig pakt Opa Spullenbaas het bovenste stukje van het boek vast en drukt dat voorzichtig onder een klep in het orgel.
‘Vroeger moest je dan met de hand aan dit wieltje draaien’, zegt hij.
En hij wijst naar een wieltje met een hendel.
‘Maar nu gaat het automatisch.’
Opa Spullenbaas loopt iets verder de orgelwagen in en drukt op een knopje.
Het boek begint langzaam in het orgel te glijden en er klinkt harde muziek.
Opa Spullenbaas wijst de kinderen dat ze naar buiten moeten lopen.
Binnen in het orgel kunnen ze elkaar nu niet meer verstaan.
Als ze voor het orgel staan vertelt Opa Spullenbaas verder.
Hij moet een beetje schreeuwen om boven het geluid van het orgel uit te komen.
‘Die gaatjes in het boek komen binnen in het orgel tegen metalen pinnetjes aan.
Als een metalenpinnetje in het gaatje van het orgelboek valt, gaat er in één van de pijpjes een klepje open.
En als een klepje open gaat stroomt er lucht door het pijpje heen.
Orgelwind noemen ze dat.
En de orgelwind die door het pijpje stroomt zorgt voor het geluid.
Omdat het ene pijpje langer is dan de andere maken ze verschillende geluiden.
En al die geluiden bij elkaar maken samen een liedje.
Het werkt dus eigenlijk een beetje hetzelfde als een fluit.
‘Kan het orgel maar één liedje spelen?’ vraagt Puck.
‘Nee hoor’, zegt Opa Spullenbaas.
‘Ieder gaatjesboek heeft een eigen liedje. Als ik een nieuw boek in het orgel draai, dan hoor je een ander liedje.’
Opa Spullenbaas wijst op een gigantische kast tegen de muur van de hal.
De kast komt helemaal tot aan het plafond en staat vol met metershoge boeken.
‘Zo! Dat zijn veel liedjes!’ roept Joep.
Dan komt Oma Spullenbaas de Spullenhal binnen lopen.
Met een dienblad in de hand danst ze de Spullenhal door.
‘Talali, talala, talali, talala’, zingt Oma Spullenbaas met het orgel mee.
‘Hoi Oma!’ roepen de Puck en Joep boven de muziek van het orgel uit.
Ze rennen naar Oma Spullenbaas en geven haar een grote knuffel.
Als Oma Spullenbaas het dienblad heeft neergezet pakt ze Puck bij haar handjes en dansen ze de hal door.
Joep kruipt bij Opa Spullenbaas op schoot en samen luisteren ze naar het orgel.
Oma Spullenbaas geeft de kinderen allebei een glaasje ranja met hun favoriete rietje.
Terwijl ze slokjes van hun ranja drinken danst een draaimolenpaardje langs het rietje omhoog en omlaag.
Zo zitten ze samen een hele tijd naar het orgel te kijken en te luisteren.
Iedere keer als Opa Spullenbaas een nieuw boek in het orgel zet, lopen de kinderen mee om te kijken.
Veel eerder dan ze willen gaat de deur van de Spullenhal open.
Puck en Joep kijken naar de deur en zien hun ouders in polonaise de Spullenhal binnen lopen.
‘Zo, wat een feestje hier zeg!’ roept Joep’s moeder.
‘Mogen we nog 1 liedje luisteren mama?’ vraagt Puck aan haar moeder.
‘Oké dan, nog 1 liedje’, zegt haar moeder.
De ouders van Puck en Joep gaan bij de rest zitten.
Met de hele familie luisteren ze nog één orgelboek.
Maar dan moeten Puck en Joep echt naar huis.
‘Niet getreurd kinderen’, zegt Opa Spullenbaas.
‘Als school morgen voorbij is, dan komen jullie gewoon weer hiernaartoe.’
Puck en Joep knikken en geven Opa en Oma Spullenbaas een knuffel.
‘Tot morgen Opa, tot morgen Oma’ roepen ze.
‘Tot morgen lieve kinderen’.
Terwijl Puck en Joep naar de auto lopen kijken ze nog één keer achterom.
Vanuit de Spullenhal klinken nog steeds de magische geluiden van het orgel.
En voor het orgel dansen Opa en Oma Spullenbaas al lachend rond en rond.